Dit artikel leert ons dat spelers de verplichting hebben om tegenstanders te informeren over hun afspraken, ook als die niet overeenkomen met wat ze in handen hebben en dat verwarring kan veroorzaken. Beschouwen we het volgende voorbeeld:
West
Noord
Oost
Zuid
1
3!
pas
3!!
Noord heeft V6, 6, 953, AVB8652 en dacht een zwakke hand met lange klaveren aan te geven. De afspraak is echter dat het ruiten en schoppen toont, dus 3 is een foutief bod. Dit vormt geen overtreding. Zuid alerteert 3 en biedt 3. Zonder het alert is het waarschijnlijk dat noord 3 interpreteert in overeenstemming met zijn opvatting van het 3-bod: lange schoppens aangevend. Maar gezien de alert realiseert hij zich zijn fout en weet nu dat 3 voorkeur toont voor die kleur boven ruiten. Het is nu zijn plicht 3 te alerteren en 3 als zodanig uit te leggen. Dat houdt in dat hij zichzelf in de lastige positie heeft gebracht waarin hij ongeoorloofde informatie heeft veroorzaakt die zijn opties in het verdere bieden beperkt maar die hem ook helpt de juiste informatie te verschaffen over de afspraken. In dat opzicht wordt de wetenschap van zijn fout niet geacht ongeoorloofd te zijn.
We nemen dezelfde start van het bieden maar nu heeft noord HB874, 94, AV1083, 6 en zuid alerteert noords 3-bod niet. Dat is een overtreding maar noord mag er niet expliciet de aandacht op vestigen door de tegenstanders te vertellen dat partner 3 had moeten alerteren. Het kan wel onvermijdelijk worden om partner te informeren over zijn fout, in welk geval de tegenstanders er waarschijnlijk ook van op de hoogte raken.
Veronderstel dat het bieden als volgt verdergaat:
West
Noord
Oost
Zuid
1
3!
3
4
Gegeven de non-alert van 3 zou noord kunnen aannemen dat zuid zijn veronderstelde klaverenkleur steunt maar volgens de afspraken toont 4 een sterke hand met troefsteun voor ruiten danwel schoppen. Derhalve dient hij 4 te alerteren en desgevraagd ook zo uit te leggen. Deze verplichting overstijgt het vereiste zoals beschreven in F5(a) om op geen enkele wijze kenbaar te maken dat er een fout is gemaakt. Die zin dwingt de speler zich te conformeren aan (artikel 73A1): 'communicatie tussen partners zal alleen plaatsvinden door middel van bieden en spelen'. Dit impliceert dat alerteren en vragen beantwoorden niet worden beschouwd als een manier om met partner te communiceren maar alleen met de tegenstanders. Daarentegen vertellen wenkbrauwen optrekken en hoofdschudden de partner dat iets vreemds is gebeurd, zulke gedragingen zijn niet toegestaan. Niettemin hoort partner wat er wordt gezegd en hij heeft dan de plicht de arbiter te roepen en hem te vertellen dat hij per abuis het 3- bod niet heeft uitgelegd. Waarna hij zou moeten vergeten wat hij heeft gehoord; meer precies: zou uit de logische alternatieven niet die moeten kiezen die door de ongeoorloofde informatie gesuggereerd zou kunnen zijn.